Selecteer een pagina

Het CDA vindt FoodValley belangrijk. FoodValley staat goed op de kaart. Als we als Barneveld iets voor elkaar willen krijgen bij de provincie, het Rijk of in Europa zullen we samen moeten werken in de regio en dat is FoodValley.

Regionale samenwerkingsverbanden in het algemeen – en dat geldt dus ook voor FoodValley – kenmerken zich door minder democratische controle en legitimatie. Wij merken dat dit ook in onze raad bijdraagt aan een wat minder positief sentiment over FoodValley. Op zich is dat jammer en ook onterecht vinden wij.

FoodValley is namelijk erg belangrijk voor Barneveld omdat daaronder afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld wonen, bedrijventerreinen, mobiliteit en milieu. Allemaal onderwerpen waar wij belang bij hebben als ambitieuze groeigemeente. Het zijn ook zaken die niet stoppen bij de gemeentegrens en waar de regio de gesprekspartner is voor andere overheden. We moeten dus wel samenwerken willen we iets bereiken. En de daaraan verbonden kosten horen daar nu eenmaal bij. Nu is moeten betalen nooit leuk en als de kosten hoger worden, is het nog vervelender. Daar komt nog bij dat de kosten in de nu voorliggende begroting ook niet goed onderbouwd zijn. Daar valt nog wel het een en ander aan te verbeteren.

Maar je kunt FoodValley ook als een kans zien. Een kans om de regio en daarmee de gemeente te promoten in binnen en buitenland. Een kans om projecten, bedrijven en instellingen naar Barneveld en omgeving te halen. En een kans om Europese subsidies binnen te halen. Het CDA kijkt liever op deze manier naar FoodValley.

 Hier hangt een prijskaartje aan. Een groot gedeelte van de verhoging van de bijdrage is logisch te verklaren. De provincie zet de directe financiering van de organisatie stop en besteedt dat geld aan regionale projecten. Dit gat in de begroting moet opgevuld worden. Ook zien we dat de gemeente Ede, terecht, de kosten voor een Brusselse lobbyist voor FoodValley, terecht, bij FoodValley neerlegt.

 Wij vinden het belangrijk om als regio vertegenwoordigd te zijn op de plaatsen waar het gebeurd. In Brussel wordt immers op veel onderwerpen het beleid gemaakt en het geld verdeeld. Daar moet je als ambitieuze regio bij zijn om het unieke concept van FoodValley te promoten, internationale contacten te leggen en subsidies binnen te halen. Daarvoor moet je ter plaatse aanwezig zijn en dat kost geld.

 Wij zien dat niet de gehele raad van het nut en de noodzaak overtuigd is. Mede daarom was er een dagje Brussel gepland. Nu dat niet doorgaat willen wij voorstellen om onze lobbyist een keer uit te nodigen in de raad. We kunnen dan met hem in gesprek gaan over wat een lobbyist doet en de resultaten die dat heeft gehad en kan hebben voor FoodValley en in het bijzonder voor Barneveld. Wij denken dat dit helpt om draagvlak te creëeren binnen de raad. Onbekend maakt immers onbemind.

Daarom hebben wij een oproep gedaan aan het college om de Foodvalley dichter bij de raad te brengen en dit is door het college toegezegd. Daarnaast willen wij geïnformeerd worden over de acties en de resultaten. Als we meer inzicht hebben in wat FoodValley allemaal doet voor Barneveld wordt het draagvlak in de raad groter. Daarom een oproep aan de raad om daar aan mee te werken en de voordelen en kansen te willen zien.

Daarnaast willen wij meegeven dat we graag een beter onderbouwde begroting willen voor volgend jaar. Een begroting waarin de kosten helder en duidelijk omschreven staan zodat wij weten wat er gebeurd met ons geld en wat we ervoor terug krijgen. Dat inzicht kan en moet echt beter.

Kortom, wij steunen het raadsvoorstel omdat wij de ambities van FoodValley ondersteunen, de nut en noodzaak van regionale samenwerking inzien en begrijpen dat dit geld kost. Wij roepen het college op om ervoor te zorgen dat we volgend jaar met volle overtuiging enthousiast kunnen blijven over FoodValley.

(Afbeelding: regiofoodvalley.nl)