Selecteer een pagina

In de commissie
Afgelopen dinsdag hebben we in de commissie gesproken over het Schaffelaartheater. Aan het begin van de bespreking in de commissie deed BI – daarin gesteund door CU, SGP en SGV – het voorstel om de behandeling van het B&W voorstel in de gemeenteraad van 11 november uit te stellen en op te schorten omdat ze nog een aantal vragen hadden waar ze eerste een antwoord op willen hebben van het college.

In het debat dat volgde werd niet geheel duidelijk welke brandende vragen er nog waren bij BI. De vragen die er in de commissie aan de orde kwamen zijn in de meeste gevallen ter plekke adequaat beantwoord door de wethouder Eppie Fokkema. De CU wilde graag de gevraagde scenario’s – het 0 euro scenario en het 200.000 euro scenario – nog wat verder uitgewerkt hebben. In de stukken van het college zijn deze scenario’s in de ogen van het CDA al voldoende uitgewerkt, maar de CU wilde toch nog wat meer verdieping. DE SGP wil een uitgewerkte prestatieovereenkomst bij de stukken.

Wat vindt het CDA
Als CDA kiezen wij voor een theater dat zich met een cultureel aanbod richt op Barneveld en de regio en daarnaast kiest voor een verbreding met activiteiten die een sterke lokale binding hebben. Het hoort een lokaal podium te zijn voor de muziekschool, verenigingen, amateurkunst, het hele onderwijs en Barneveldse kunstenaars met laagdrempelige betaalbare uitvoeringen, muziekeducatie en het onderbrengen van diverse Barneveldse initiatieven. Kortom een breed opgezet theater voor alle Barnevelders, jong en oud. Onze inzet is dat iedere inwoner van de gemeente ten minste 1 keer per jaar het theater binnenkomt om een voorstelling of andere activiteit te bezoeken. Dat kan variëren van het programma dat het theater aanbiedt, een muziekvoorstelling van de muziekschool, een activiteit van een politieke partij, van de school of de vereniging van de kinderen tot een jazzsessie, een gospel-meezingconcert tot lokaal cabaret van Erik Roest en consorten.

Dit concept met een brede culturele component kost altijd geld en dat hebben we er voor over, maar we kiezen daarbij natuurlijk wel voor een zo effectief mogelijke inzet van de middelen die we beschikbaar stellen. Dat betekent dat de bedrijfsvoering en financiële administratie van het theater goed op orde moeten zijn. Met andere woorden het bestuur moet altijd “in control” zijn en de gemeente moet de stand van zaken goed monitoren.

In de hele discussie over het tekort ontstaat onterecht het beeld dat het theater slecht presteert, maar dat is zeker niet het geval. De dekkingsgraad van het programma ligt boven de 100% (de kosten van de artiesten worden dus meer dan helemaal opgebracht door betalende bezoekers). Dit is een hele goede prestatie van het theater en in vergelijking met andere theaters ook best uitzonderlijk. Ook de horecabesteding per bezoeker is relatief hoog. Het totaal aantal bezoekers is afgelopen jaar sterk toegenomen en dat heeft direct te maken met de verbreding van de activiteiten die is ingezet door de directie. Ook een bijzonder element van het theater zijn de vele enthousiaste en betrokken vrijwilligers die met hun enthousiaste inzet een niet te onderschatten waarde vormen voor het theater. De vrijwilligers leveren een substantiële bijdrage in de kosten en zorgen voor binding, draagvlak en betrokkenheid. Zonder hen zou het onmogelijk zijn om het Schaffelaartheater draaiende te houden.

Dit alles maakt dat het theater een belangrijke maatschappelijke waarde heeft die de komende jaren nog groter kan worden met het doorgaan met de verbreding van het totaalaanbod. Onlangs is de samenwerking met de Muziekschool geëvalueerd en de uitkomsten waren erg positief.

De scenario’s
Het CDA vindt dat een scenario van 0 euro geen verdere uitwerking behoeft. Dat je daar geen theater voor hebt is volkomen duidelijk. Het theater gaat failliet, het gebouw komt te koop, de gemeente zal als mede-eigenaar van het gebouw een flinke afboeking moeten doen (huidige boekwaarde ligt rond de vijf miljoen, maar de marktwaarde ligt lager). De toekomst en de functie van het gebouw zijn daarmee zeer onzeker. Of muziekschool en Harmonie kunnen blijven zitten en wat de effecten voor hen zijn is ook onduidelijk in dit scenario. Van enige synergie en spin-off tussen theater, muziekschool en Harmonie is geen sprake meer.

De tweede variant – met een maximale bijdrage van 2 ton – komt neer op stoppen met het theater, het inkrimpen van de personele bezetting en de zalen gaan gebruiken voor verhuur aan verengingen en aan andere partijen die er gebruik van willen maken. Gebruik als kerk op zondag werd ook nog genoemd. Op die manier ontstaat er een veredeld dorpshuis en daar hebben wij als CDA geen behoefte aan.

Het hele concept en de opzet waarvoor gekozen is in Barneveld past niet bij een verzelfstandigd en commercieel gedreven theater. Dit is vaak en conglomeraat van commerciële functies (hotel, wellness, congres, film, theater) zonder ruimte voor lokale amateurkunst en dus zonder enige maatschappelijke meerwaarde. Ook is er binnen een dergelijke organisatie geen plek voor vrijwilligers. Die kant willen we als CDA niet op.

Het CDA is dus positief over het voorstel van het college om het theater te behouden in z’n huidige vorm en functie met waar mogelijk een verder verbreding. Om dit brede lokale theater te kunnen draaien is een bedrag van 445.000 euro per jaar nodig en dat willen wij er graag voor uitgeven. De extra kosten (€ 195.000) die betaald moeten worden gaan niet ten koste van andere cultuurinstellingen maar wordt gedekt uit de ruimte die er nog is binnen de totale begroting van de gemeente.

Verdere besluitvorming
De komende weken werkt het college aan het beantwoorden van de vragen die er nog leven bij BI, CU en SGP. In de gemeenteraadsvergadering van 16 december komt het voorstel aan de orde en zal er door de gemeenteraad een besluit genomen worden over de benodigde extra bijdrage voor het theater en daarmee over het behoud en de toekomst van het theater voor Barneveld.

Arjan Westerneng
Fractievoorzitter CDA
Gemeenteraad Barneveld