Selecteer een pagina

Het CDA is trots op ons theater. In de afgelopen 7 jaar heeft het theater een plek veroverd in de harten van de Barnevelders. De achtereenvolgende besturen hebben – met up’s en downs, maar altijd met veel inzet van bestuur en vrijwilligers – het theater op de kaart gezet. Zeker de laatste twee jaar zien we een stijgende lijn op diverse gebieden en kunnen we stellen dat ze op de goede weg zijn. Dat is goed om te constateren want een goed theater dat gewaardeerd wordt door de bevolking en door de bezoekers, dat is wel een heel belangrijk gegeven. Daar gaat het om, daarom begin je met een theater. Dat deel is gelukt.

Wat ontbrak was geld. De vraag die de gemoederen al heel lang bezig houdt is de vraag: wat is een realistisch bedrag om structureel een goed theater met een brede programmering – zoals we dat nu hebben – in de lucht te houden? Aanvankelijk zou het theater kostendekkend kunnen draaien. Na een paar jaar bleek dat toch echt een illusie. De subsidie ging naar 2 ton en later naar 2,5 ton. En dat is logisch. Cultuur in Nederland kan niet zonder subsidie van de overheid. Onze muziekschool, ons museum, onze bieb en ook ons theater kosten allemaal geld.

Terug naar 2015. Het ging mis met het theater. De gemeente sprong bij met een lening van een half miljoen en omdat uit het onderzoek van LaGrouppe bleek dat het theater zoal wij dat hebben in Barneveld zo’n 4,5 ton kost werd de subsidie voor twee jaar op dat bedrag vastgesteld. Dat was best veel geld voor een groot aantal partijen, zeker als je aanvankelijk start met de gedachte dat het voor 0 kan.

Maar wat is nu realistisch? Hoe vinden we de balans tussen een goed theater met een goed programma en een realistische bijdrage om dit structureel in stand te houden. Nu is dat al heel lastig want de waarde van een goed theater wordt door de verschillende partijen anders gewogen. Want waar leg je het zwaartepunt. Op inhoud en betekenis of op kosten… Maar goed, van het CDA mag het zeker geld kosten maar het hoeft ook niet veel meer te kosten dan nodig en wenselijk is. Er moet scherp aan de wind gevaren worden want het gaat uiteindelijk om gemeenschapsgeld. Een moeilijke afweging dus.

In november 2015 verscheen er een artikel in Binnenland Bestuur over het runnen van een theater door marktpartijen. Er werden een aantal voorbeelden genoemd, met wisselend succes overigens. Dit gaf aanleiding om vanuit de raad het college de opdracht te geven om te onderzoeken of het Schaffelaartheater ook structureel kan draaien met minder dan de 445.000 die voor 2015 en 2016 werd toegekend. LET WEL, er werd niet gevraagd: zoek de goedkoopste op en laat die het doen zoals lijkt dat het door sommige partijen is geïnterpreteerd. Er werd gevraagd: onderzoek of het voor minder dan 445.000 euro kan. Dat is in onze optiek een groot verschil.

Het bestuur heeft een verbeterplan opgesteld en de hele exploitatie nog eens doorgenomen in 2016 en denkt dat het op termijn voor 375.00 ook kan. Mogelijk zelfs voor een nog wat lager bedrag. In de brief van afgelopen week geven ze aan dat ze zelfs voor 3 ton mogelijkheden zien. Dat ligt toch verdraaid dicht bij de ondergrens van 2,5 ton uit het voorstel dan nu vanuit het college voorligt en dat gebaseerd is op het plan van een professionele, commerciële partij.

Nu zijn er partijen die erg gecharmeerd zijn van marktwerking. En die denken dat marktwerking altijd goed werkt. Het CDA is die mening niet toegedaan. Niet alles kan altijd beter door de markt worden uitgevoerd. De markt regelt het wel, maar niet altijd zoals wij dat willen. Er zijn daar de nodige voorbeelden van. Marktwerking in de zorg? Ik zou dat geen succes willen noemen. Marktwerking op het spoor? Ansolfredo Breda bezwoer de NS dat hij goede treinen kon maken voor het budget dat over was nadat het Rijk de rechten voor de HSL geïncasseerd had. We kennen de afloop. Rekenkameronderzoek januari 2017 naar marktwerking bij de inburgering. Behoorlijk stevig mislukt.

Nu zeggen wij niet dat je nooit naar de markt zou mogen kijken, maar marktwerking is geen panacee voor alles. We kunnen leren van de markt, maar ga er wel verstandig mee om. Want – een oud spreekwoord zegt het al: wie het onderste uit de kan wil krijgt het deksel op z’n neus.

De commerciële theaterondernemer Coulissen denkt dat ze het Schaffelaartheater voor 250.000 euro kan exploiteren. Weet u, wij geloven dat ze het kunnen, alhoewel er nog wel enkele aannames inzitten waardoor het voor ons niet voor 100% vaststaat dat het ze ook echt gaat lukken voor precies € 250.000. Maar de businesscase ziet er goed uit. Wat betekent dat nu? Betekent dit automatisch: DOEN!?

  1. Ja volgens een aantal partijen in deze raad.
  2. Nee zegt het CDA. Niet automatisch. Volgens ons is met dit onderzoek aangetoond dat het goedkoper kan en vervolgens wordt de bal bij het theaterbestuur neergelegd met de boodschap: kom met een sluitende meerjarenbegroting waaruit blijkt dat ook jullie het structureel goedkoper kunnen.

Het CDA is een partij die veel vertrouwen heeft in de kracht van de samenleving. Daar willen we meer verantwoordelijkheden neerleggen. Dat gaat het misschien net even anders dan bij een professionele partij, maar het draagvlak in de samenleving en de verbinding daarmee maakt veel goed. Dat heeft ook waarde.

Voorbeeld winkel van Jan

Stel u zich voor: U bent huurbaas van een winkel in Barneveld. De winkel wordt gehuurd door winkelier Jan die veel service biedt en goede producten levert. De winkel bestaat al een aantal jaren en veel mensen hebben hun loop naar de winkel toe gevonden. De klanttevredenheid is groot en bijna iedereen vindt Jan een sympathieke gast. Veel jonge mensen werken bij Jan in de winkel. Winkelier Jan heeft het financieel wat lastig en huurverhoging zit er niet in. Dan komt er een gerucht dat een goedlopende en ondernemende winkel uit – laten we zeggen Amersfoort – hier een vestiging wil openen. Deze winkel levert een vergelijkbaar product en wil wat meer huur betalen. U overlegt met Jan en Jan geeft aan wel wat meer huur te willen betalen, maar niet wat de andere ondernemer ervoor kan geven. Wat doet u vervolgens? Gooit u Jan eruit en gaat u de winkel aan de andere ondernemer verhuren om wat meer huur binnen te krijgen of ziet u hoe hard Jan werkt en hoeveel draagvlak Jan heeft en denkt u, dan maar wat minder huur. Moraal van dit verhaal: Het gaat dus niet alleen om geld, maar ook om gevoel en loyaliteit.

In het voorstel van het college wordt een financieel kader meegegeven dat afgeleid is van het businessplan van een professionele partij: Coulissen. Dat is natuurlijk de onderste lijn dus de vraag is: hoe verstandig is dit? Als we het theater nu langdurig en duurzaam willen ondersteunen is het voor het CDA de vraag of dit niveau daar voldoende garanties voor biedt. Je zou kunnen zeggen: met die 250 zit je op het niveau “krap an” of “basis min”. Maar als je er 3 ton van maakt dat zit je op het niveau “voldoende” en dat is op langere termijn veel duurzamer. Het maakt het risico dat het weer misloopt een stuk kleiner. Er bestaat dan kans dat er een keer een heel klein plusje ontstaat en de exploitant ook eens wat noodzakelijke investering kan doen. Ook wel zo prettig. Onze oproep is dan ook: Als we het doen, laten we het dan goed doen.

Wanneer we voor het overige kijken naar de verschillende elementen van het voorstel dan zien we daar veel goede dingen in terug:

  1. Er wordt een meerjarige financiële zekerheid gegeven;
  2. De lening van 5 ton wordt kwijtgescholden;
  3. Het initiatief om een begroting in te dienen of daar vanaf te zien wordt netjes bij het bestuur neergelegd, daar hoort het ook.
  4. Het belang van een theater, van door en voor de Barneveldse samenleving wordt duidelijk onderkend;
  5. Er wordt aangegeven dat de theaterfunctie belangrijk is voor Barneveld en dat gewaakt moet worden voor de continuïteit van het theater, de culturele functies en de betrokkenheid van de Barneveldse gemeenschap;
  6. Het effect dat bereikt moet worden spreekt over een verbreding van de theaterfuncties, een plek voor vrijwilligers en lokale borging;
  7. Gemeente wil af van de indirecte verantwoordelijkheid richting exploitant en wil deze positie in de toekomst graag veranderen;
  8. Er wordt een regeling getroffen voor het onderhoud met MTB

Er zijn ook een paar elementen die we graag veranderd willen hebben:

  1. De expliciete vermelding van Coulissen in beslispunt 3 is geen verantwoordelijkheid van de gemeente en die willen we graag wat neutraler formuleren. Kan de portefeuillehouder daar op reageren?
  2. Wij willen graag dat de meerjarenbegroting die het bestuur voor 1 mei in kan dienen door een deskundige en onafhankelijke partij beoordeeld wordt en dat dit transparant verloopt voor de raad. We dienden hiervoor een motie in die met 27 stemmen is aangenomen.
  3. Wij zouden graag en concrete opzet willen van het college over de wijze waarop de governance structuur ingericht gaat worden. Wij zouden graag de gemeente en de politiek wat meer op afstand willen hebben. Dit kan door het voorstel in de BDO rapport als basis te nemen. Daar wordt gesproken over een tussen BV waaraan de gemeente de subsidie betaald en die tussen BV verleent een exploitatiebijdrage aan de exploitant op basis van een aantal prestatieafspraken (het huidige convenant) en houdt toezicht op de financiële controlling bij de theaterexploitant. We hebben hiervoor een motie ingediend die is verworpen met 17 stemmen tegen.

Samenvattend. Wij zijn voor het theater. We zijn voor (hebben voorkeur voor) het continueren van de huidige maatschappelijk gedragen opzet. Het voorstel bevat veel goede elementen en daar kunnen we niet tegen zijn. De afbouw naar 2,5 ton zien we als een risico, maar als het bestuur geholpen door de vrijwilligers en de Barneveldse samenleving hun schouder eronder zetten heeft het zeker kans van slagen. Na vanavond ligt de bal bij het bestuur.

(Bron foto: Barneveldse Krant)