Selecteer een pagina

In onze gemeente is de huishoudelijke hulp binnen de WMO afgeschaft. Daarvoor in de plaats is het een algemene voorziening geworden waarbij de zorgvragers bij de bestaande aanbieders als bijvoorbeeld de HDS en Mezzo terecht kunnen. Zij bepalen met de cliënt waar efficiëntievoordelen te behalen zijn waardoor de korting gereduceerd wordt. De gemeente stelt een basisbedrag van € 67,50 plus een inkomensafhankelijke bijdrage beschikbaar.

Vorige week is bekend geworden dat het hoogste rechtsorgaan de Centrale Raad voor Beroep . “Volgens de Centrale Raad van Beroep moet het beleid van gemeenten berusten op ‘objectief en onafhankelijk onderzoek naar de tijd die nodig is voor een schoon en leefbaar huis'” (citaat uit Trouw). Als een gevolg hiervan is het een plicht van de gemeente om diepgaand onderzoek te doen naar de omstandigheden van de zorgvrager en een persoonlijk gesprek met deze mensen aan te gaan.

Het klant tevredenheids onderzoek heeft aangetoond dat mensen tevreden zijn over de dienstverlening maar dat ze ook aangeven niet altijd door te hebben dat ze een “keukentafelgesprek”gevoerd hebben met de zorgverlener. Om deze klacht te verhelpen is er al een toezegging van het college om de communicatie hierover te verbeteren.

De ANBO constateert dat de  gemeente de keukentafelgesprekken zelf ter hand moet nemen en in een reactie daarop in de krant begrijpen wij dat het college de gesprekken bij de zorgverleners wil laten.

De fractie van het CDA stelt op grond van artikel 37 van de Organisatieverordening van de gemeenteraad de volgende vragen over bovengenoemd onderwerp.

1) Bent u van mening dat het onderbrengen van de huishoudelijke hulp onder de algemene middelen de toets van de Centrale Raad van Beroep kan weerstaan?

2) Zijn u klachten bekend van mensen die van mening zijn teveel gekort te worden op het aantal uren dat er hulp geboden wordt door de zorgaanbieders?

3) Bent u van plan om na deze uitspraak – zelfs na toezeggingen de “keukentafelgesprekken” door de zorginstelling te verbeteren – deze ook weer als gemeente zelf te gaan doen.

4) Bent u voornemens naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep om zelf diepgaand onderzoek te doen naar de noodzaak van huishoudelijke hulp?

5) Wat vindt u van de recente uitspraken van de ANBO dat de gemeente haar beleid op dit punt moet aanpassen in lijn met de gerechtelijke uitspraken.