Selecteer een pagina

❌ Als CDA waren we kritisch over de voorgelegde kadernota zonder plannen en daadkrachtig. De bespreking met college en coalitie bracht daar geen positieve verandering in. We dienden tevergeefs ideeën in om financieel in te grijpen, dan wel plannen toe te voegen. De passieve houding en de gebrekkige kadernota deden ons uiteindelijk besluiten om tegen de kadernota te stemmen en samen met oppositie een motie van afkeuring in te dienen. Lees hier onze bijdrage ⤵️

Er was eens een voetbalmanager uit een ander dorp die een aanstelling kreeg bij een Barneveldse voetbalclub. Hij startte voortvarend. Op het gebied van financiën en organisatie had hij grootse plannen en wilde fors investeren. Er werd contact gezocht met nieuwe geldschieters, wegen om het complex kregen de aandacht, het stadion zou moeten worden uitgebreid en kunstgras werd mogelijk toch weer gewoon maaibaar gras. ‘Grote ambities die horen bij een club die wil groeien’,  vernamen de supporters bij de persconferentie en het clubblad. 

Het bestuur van de club had daar wat twijfels bij. Hoe gaan we dat allemaal betalen en wat betekent dat voor de financiële toekomst van de vereniging. En zijn dit wel de juiste prioriteiten? Bij de twee belangrijkste bestuursvergaderingen van het jaar was deze discussie duidelijk hoorbaar, maar hield de voetbalmanager voet bij stuk. Dit moet kunnen, we kunnen het gemakkelijk dragen en er is geen reden tot paniek. 

De resultaten op het veld vielen echter vaak tegen. Voorzetten waren slordig of kwamen zelfs niet eens aan. Natuurlijk, er was wel eens een mooi doelpunt, waar het publiek voor kon klappen, maar de ploeg keek daarna al snel weer tegen een achterstand aan. Ook externe geldschieters werden binnengehaald, maar dat werd vooral besteed aan de wegen en de bomen op de parkeerplaats. 

De voetbalmanager bleef stoïcijns voor zijn beleid staan, al liepen de positieve geluiden wel wat terug. En toen, pardoes na een half jaar, kwam er toch een zenuwachtig bericht van de manager in de krant: ‘De tijd dat alles kon is voorbij’ en ‘Ik heb vaker tegen het bestuur gezegd dat ze wel heel veel willen’. Volgens de manager gaat de Barneveldse voetbalclub het met deze selectie en de financiën nu en in de toekomst niet redden. In de eerstvolgende bestuursvergadering was dan ook al snel de vraag: ‘Oké, manager en nu dan?’. Het bestuur was verbaasd om het antwoord: ‘Daar ga ik eerst met mijn technische staf een half jaar over praten, maar als u nog leuke ideeën heeft dan is nu het moment!’ 

Voorzitter, u heeft vast wat vergelijkingen gehoord. Want dit zijn inderdaad taferelen bij het huidige Barneveldse college. Het moment dat het bestuur van de voetbalclub heeft, hebben wij nu ook. Er zijn forse problemen en uitdagingen en degenen die de lijnen uitzetten leggen de bal bij de gemeenteraad. Maar het college staat dagelijks op het veld, weet wat er speelt en stelt uiteindelijk op. Maar er is geen actieplan. Er wordt niets opgesteld. Het enige wat dit college stelt is teleur. 

Wij zeggen dan ook: college, ga nu eens aan de slag. We dienen een amendement in waarin we zes overbodige beslispunten schrappen. En dat is wat ons betreft de kern van wat er mis gaat in deze kadernota. We willen namelijk geen kennis nemen van conceptplannen en financiële lijstjes in deze kadernota. En de raad hoeft geen toestemming te geven om het college haar standaardwerk te laten doen. Voorzitter, meent het college nu echt dat zij goedkeuring vraagt om oplossingen te gaan bedenken? Daarom luidt het amendement: college aan de slag! We schrappen overbodige beslispunten; hiermee is kostbare tijd verloren gegaan. 

Natuurlijk willen we ook ingrijpen op basis van de informatie die we nu hebben. Daarom een motie om de bomeninvestering van drie miljoen te schrappen, dan wel te heroverwegen. Als het college en de raad écht vinden dat alles bespreekbaar is, dan is dit een hele legitieme motie. Dat geldt ook voor de motie om op gebied van wegen heel kritisch te kijken of alles wel nodig is. Het gaat om veel geld en dit kan een maatregel zijn om andere ambities voorrang te kunnen geven. Dit zijn twee belangrijke moties, die concreet het college input geven om bezuinigingen door te voeren. Geef ik ook gelijk opvolging aan de vraag van de SGP om met ideeën te komen, dus ik heb hun logo’s er alvast bijgezet (geintje). 

Dan het MIP. Het MIP zou meer inzicht geven volgens college en coalitie. Organisatorisch kan ik me nog voorstellen dat het prettig is om een keer alle ideeën te verzamelen, nu van zo’n 500 miljoen. Maar bestuurlijk heeft het alleen waarde als er ook keuzes gemaakt worden. Nu zegt zo’n verzameling ideeën zonder inhoudelijke weging niets. Het MIP kan een prachtig instrument zijn, maar tot nu toe wordt er vooral vals op gespeeld. We vragen niet om een college dat met een rekenmachine de samenleving in gaat, maar op basis van drijfveren en inspiratie kijkt wat mogelijk is. Voorbeeld is het miljoen dat overblijft vanuit impuls armoedebeleid dat zomaar weer de algemene middelen ingaat. Of er iets anders of meer nodig is, juist voor deze zorgelijk grote doelgroep wordt niet beantwoord. Het geld is weer teruggeboekt. Daarom stellen we voor, in lijn met de motie van de CU, om vanuit solidariteit dit geld alsnog hiervoor te bestemmen en hier beleid op te maken. 

Terug naar die voetbalcoach. Weet u wat volgens hem de belangrijkste reden was waarom het niet goed ging met de resultaten? Teveel spelers waren geblesseerd, het aantal spelers was te klein en er waren veel wisselingen in de selectie. Er was er echter maar één die daar echt verandering in aan kon brengen: en dat was de voetbalmanager zelf. Dat is niet alleen op het moment dat er gescoord wordt, kloppen op je eigen borst, maar ook bij verliespartijen voor de camera gaan staan. Dat is verantwoordelijkheid nemen. 

En ook deze vergelijking maak ik bewust. Het probleem wordt teveel bij de medewerkers gelegd. Als CDA begrijpen we dat de arbeidsmarkt lastig is. Maar we vinden dat dit probleem te vaak als excuus wordt gebruikt. Capaciteit of geen projectleider zijn vaak genoemde redenen. Hiermee zet het college de ambtenaren teveel in de politieke wind. En dat moet niet. Als raad hebben we de afspraak om in het openbaar niet over de ambtenarij te praten, omdat het college verantwoordelijk is. We verlangen dan ook dat het college die verantwoordelijkheid ook andersom pakt: praat niet over uw mensen, maar sta voor uw mensen en maak zelf keuzes. 

Voorzitter, we vergeten het bijna, maar de Kadernota is het politieke hoogtepunt van het jaar. Vergelijk het als de algemene politieke beschouwingen in Den Haag. Het moment om inhoudelijk koers te bepalen, actie te ondernemen. Maar voorzitter, en dat meen ik echt, het college ontneemt ons dat. We kunnen het eigenlijk alleen hebben over wat er mist, dan wat we vinden van wat er staat. We vroegen nog om een schematisch lijstje met uitgangspunten en speerpunten, maar die kon ons niet gegeven worden. Een kadernota zonder kaders. Wij zien het belang van een kadernota en zien dat deze bij dit college onder druk staat. Daarom ondersteunen we de motie van Pro ‘98 met de oproep om een kadernota blijvend voor te leggen aan de raad. 

Het niet maken van keuzes. Dat ligt wat ons betreft in lijn met het afgelopen anderhalf jaar van deze coalitie. Toen noemden we deze samenwerking ‘de coalitie van het ongemak’. En dat had vooral te maken met het broze vertrouwen van SGP en CU aan de ene kant en Lokaal Belang aan de andere kant. De coalitie gaf vooral aan dat ze op inhoud elkaar goed hadden gevonden. Zolang je moeilijke keuzes uit de weg gaat, lukt dat wel ja. Als ik een wedstrijd ga boksen met Rico Verhoeven, maar met hem afspreek dat we niet mogen slaan en schoppen, staan we allebei zonder kleerscheuren op het podium. De grote verliezer is dan echter het publiek, de inwoners waar we het voor doen. 

Vanuit college en coalitie kwam al snel de opmerking: het staat jullie vrij om zelf met plannen te komen. Hoe zeer we ook vinden dat het college een koers zou moeten bepalen waar wij op voort kunnen borduren, komen we toch met suggesties. Een aantal voorstellen om te bezuinigingen dan wel te prioriteren noemde ik al. Nog drie voorstellen die u vast en zeker bij het CDA vindt passen: 

Als eerste de toekomstbestendigheid van onze dorpshuizen. Bij de afgelopen begroting vroegen we hier al raadsbreed aandacht voor en het is nog urgenter geworden. Zeker als het gaat om verduurzaming. We vragen van het college om geld te reserveren om dorpshuizen te helpen in hun uitdagingen op het gebied van duurzaamheid. Ook vragen we van het college concreet werk te maken van onze enquête als het gaat om de speeltuintjes in de wijken. Door deze motie aan te nemen geven we het college concrete locaties mee in de voorbereidingen richting het nieuwe speelruimtebeleidsplan 

Ook dienen we een motie in om landelijk vrijkomende gelden (SPUK) van bijna een miljoen euro per jaar ook echt extra te investeren in de Barneveldse samenleving. Investeren in sport, bewegen, cultuur en gezondheid is hard nodig. Dit moet geen manier zijn om lokale investeringen hiervoor in te ruilen. De zogenoemde SPUK-regeling is een extra investering, niet een vervanging. 

Als laatste ook een motie over de sporthal in Kootwijkerbroek. Een lang gekoesterde wens. In Kootwijkerbroek staan Plaatselijk Belang, verenigingen en bedrijven te trappelen om gebruik te maken van de hal. Het is nu tijd om als politiek een keuze te maken voor de komende veertig jaar. Daar hoort met de groei van Kootwijkerbroek en Stroe een sporthal bij. Het plan ligt er, het enthousiasme is er: nu nog een college dat er concreet werk van wil maken. Garanties kunnen we niet geven, maar het zou helpen als het college de gesprekken opent de mogelijkheden voor een sporthal. Dat is alles wat wordt gevraagd. We dienen daarvoor een motie die in goede samenwerking met de CU tot stand is gekomen. Verder ondersteund door: Pro’98, BI en VVD. 

Voorzitter, ik kom bij de afronding van mijn bijdrage. ‘Het college moet aan de bak om onze steun te verzilveren’ zeiden we bij de begroting vorig jaar. Kortgezegd: dat is niet gelukt. En we hopen dat het college zich daar bewust van is. Met dergelijke stukken staat u wat ons betreft net als de voetbalmanager in de degradatiezone. En dat heeft voor een voetbalmanager vaak een consequentie. Maar nog erger: dit heeft ook consequenties voor onze inwoners. Dit zwalkende beleid zonder duidelijke koers knaagt aan het broze vertrouwen. In de samenleving en in de politiek. We vragen ons echt af of u dat tij nog weet te keren. Zet lijnen uit, maak keuzes, de blessuretijd is ingegaan. 

Bijdrage tweede termijn:

We hadden het over degradatiezone. Daar bent u in de beantwoording niet uitgekomen. Weinig reflectie, weinig concreetheid, we zijn er als raad niet wijzer van geworden. Aan de ene kant is er een probleem op langere termijn en aan de andere kant kunnen we richting begroting rustig gaan slapen. Wij zijn daar niet gerust op. We vragen concrete actie, visie, kijken naar mogelijkheden. Die mogelijkheden hebben we ook aangeboden. Ga ergens voor, probeer iets, in plaats van naar onmogelijkheden te kijken. We kozen er bewust voor om de moties niet te scherp te maken en te kiezen voor heroverwegen, te onderzoeken, etc, maar het heeft geen enkele zin bij dit college. 

Daarnaast zien we ook dat de coalitie ook geen kleur op de wangen van dit college weet te krijgen. Als er vragen komen, wordt er al snel vragend naar het college gekeken, die even vragend terug kijken. 

We hebben geen idee wat we kunnen verwachten met de begroting en deze bespreking heeft ons niet meer vertrouwen gegeven. De blessuretijd is op. Er is afgefloten en wij zien een dikke verliespartij bij het college. Daarom dienen wij samen met de VVD, Pro en Bi een motie van afkeuring in. We keuren dit af. En willen dit niet meer zien.